Poëzie van mijn gedachten...

DE OLIFANT IN DE KAMER

Stilletjes en afwachtend in een hoek,
Wetende dat hij een keer tevoorschijn zal komen,
Als een onwaarschijnlijk verzoek,
Om na te gaan denken wat je is overkomen.

Langzaam en gedwee in een hoek,
Groot, grijs en massief,
Staat hij daar af te wachten,
Straks de chaos, nu nog passief.

Gespannen en woest in een hoek,
Heen en weer zwaaiend met slurf en oren,
Probeert hij je aandacht te zoeken,
Maar dan moet je hem wel willen horen.

De hoek is leeg, de olifant is weg,
Puin en rotzooi achterlatend ls een horde dolle rovers.
Nu nog een blik en veger vinden...

Frank 21-06-2021


Pretpark van creativiteit

Zo maar een dag als vandaag

verloopt gestaag en schrijd voort

Intense zuiverheid doet aanspraak op emoties

blootgesteld aan pure interesse

In de draaimolen van deze dag

Inhoud met een traan en een lach

 

Zo maar een dag als vandaag

is het een antwoord op de vraag

of alles is gezien en gehoord

en naar verlangen opgenomen

in de achtbaan van de affectie

is de scherpste bocht nog niet gekomen

 

Zomaar een dag in het leven

alles is er voor gegeven

tot aan de grens van het vermogen

zo een dag moet je vaker beleven

inspiratie vernieuwd en omgebogen

en dan is de uiteindelijke suikerspin

het grondvest van een sluitend begin

Kijken is denken met de ogen

What you see is what you get

Maar dat is het soms nou net.

 

Is het altijd, dat wat je ziet?

Of zie je het net niet?

 

De vreugde of leed

Wat het oog zag of vermeed

Maar wel op het netvlies blijft staan

En nooit zomaar weg zal gaan.

 

Dat blijft hangen als een kopie van wat je zag,

Zet je aan het denken, verandert je gedrag,

Laat je inzien wat er echt leeft

En wat zich op de rand van de dood begeeft.

 

Na jaren goed te blijven kijken,

Gaan de dingen die je ziet echt lijken,

Ze krijgen diepte en kleur,

De echte ontwikkeling van je teneur.

 

En op een dag kan je dan zeggen,

Zonder dat je het moet weerleggen:

 

“wat ik zag is niet gelogen, ik was aan het denken met mijn ogen!”

spearmint

Een pakje kauwgom, heel gedwee

Snijd hem door midden

Dan doe je er langer mee…

Vergezicht van het leven

Van veraf kijk je naar het leven wat voor je ligt
Broos als glas, net zo tastbaar als de lucht die je ademt.
Geen invloed op datgene wat je op het pad tegenkomt
Wel daar gaan durven staan, waar grenzen vervagen.

Steeds weer vraag ik me af welke stap de volgende is
Nieuwsgierig van aard, lerend van het leven.
Wat als ik me eens verstap of vergis
kan ik mezelf vergeven?

Onverwacht vult energie mijn leegte
En maakt mijn begeerte wakker en heet.
Grenzeloos verlangen naar een gemis
word ik door mijn begeerte overmand.

Gelijkwaardig in gevoel en beleving
stap ik af op datgene wat me overkomt.
Hier heb je het niet over vergeving,
Iets wat mijn adem verstomt.

Alsof het nooit anders is geweest,
Stromen gedachten door ons heen.
Soms heel ruw, dan weer bedeesd,
Wat was er voorheen?

Gepolijst als ruwe stenen door een wilde rivier,
Ieder zijn betekenis gevend,  aan dat wat er is,
Samen gekomen in de poel der plezier
Waar was toen toch dat gemis? 

 

Als de zoete zeewind, doordrongen van ziltigheid,

Zonder notie of belang in dat andere leven,

Maar niet in de vergetelheid,

In het moment alles durven geven.

 

Maar hoe geef je iets betekenis,

zonder dat er eigenlijk woorden voor zijn?

Hoe geef je iets een plek,

Wat valt buiten de gewenste lijn?

 

Dat wat er is zoals het nu bestaat,

Maakt dat het geen woorden meer hoeft te hebben,

De ultieme betekenis zonder tekst en uitleg,

Wij zijn er bij gebaat.

Loslaten is een kunst

Die gedachten waarachtig in mijn hoofd

Maken dat ik geraakt ben en verdoofd

Zal ik dit omarmen of met kracht verzetten?

Kan ik dit mezelf beletten?

 

Als proza op een wit papier

Schilder ik wat aan mij kleeft

Pennestreken van daar tot hier

Wat er allemaal in mijn kop zweeft

 

Alles krijgt kleur en vorm

Komt tot uiting bij iedere haal

Dit alles, naar mijn norm

Want het is mijn verhaal

 

Klaar met een krampende hand

En natte ogen

Aanschouw ik het verband

Laat mijn tranen drogen

Zet een streep door wat achter mij ligt

En stop dit alles in een gedicht

 

Als uiteindelijk de draad knapt

Doordat het deksel sluit

Van de plek in mijn ziel

Aldaar waar de gedachte verklapt

Waar ik steeds op stuit

 

Die plek laat ik los, maar blijft fragiel

 

Loslaten is geen kunst,

Maar het bezit een plaats,

Waarheen je altijd kan gaan.

 

En alleen ik bepaal de afstand die ik daarvoor afleg

 

‘Frank 1997’